Jetex motoren - Geschiedenis

Ontwikkeld in 1947 door Wilmot, Mansour & Company Ltd of Southampton.
Begin 1948 getoond aan de modelbouw pers.
In juni 1948 showt Aeromodeller de Jetex motor op de voorpagina en is deze beschikbaar voor het public.
De eerste motoren waren de Jetex 100 en 200. In november 1948 volgde de krachtigere Jetex 350.
De meest populaire motor, de Jetex 50, werd geïntroduced in mei 1949, samen met bouwpakketten voor een modelvliegtuig en een modelauto, die gebruik konden maken van de Jetex krachtbron.
Rond 1951 bestaat de Jetex serie uit 10 modellen.
In 1956 wordt de gehele Wilmot, Mansour & Company model productie verkocht aan D.Sebel & Co.
Einde 70-er jaren worden de Jetex motoren nauwelijks meer gebruikt, door intrede van de modelbouw verbrandingsmotoren (vloeibare brandstof).
Einde 90-er jaren wordt de Rapier geïntroduceert, wat zorgt voor een opleving van deze modelbouw-tak.

Werking Jetex motoren

Jetex motoren worden aangedreven door een pellet of tablet van hoofdzakelijk
Guanidine Nitraat ( [C(NH2)3]NO3 ). Het is een monobrandstof. Deze valt o.a. door middel van een katalysator chemisch uit elkaar en is aantrekkelijk voor gebruik door de grote gasproductie (waterdamp en stikstof) met een lage vlam- en uitgestoten gassen-temperatuur. (o.a. gebruikt in airbags)

Het motoromhulsel bestond uit een aluminium legering en was herbruikbaar. De motor werd opgestart door middel van een lont en nieuwe pellets/tabletten konden na gebruik weer geplaatst worden. Het betrof dus een herbruikbaar systeem.
De brandstof is enigszins hygroscopisch en neemt langzaam vocht op uit de omgeving. Hierdoor wordt het gauw onbruikbaar, wat leidde tot onbetrouwbaarheid en weigering tot opstarten.

Vergeleken met de moderne Estes motoren waren de Jetex motoren nogal verschillend.
Ze hadden een veel rustigere, koelere uitstoot van gassen. De acceleratie ging zeer geleidelijk, wat prima kan bij een horizontaal vliegende zwever, maar niet gewenst is voor modelraketten, die een snelle luchtstroom over de vinnen nodig hebben en veel kracht om verticaal te kunnen accelereren.

Hierboven zie je drie gaasjes, die voornamelijk de spiraalsgewijs gevouwen lont op het pellet/tablet gedrukt moesten houden. Wellicht dienden de gaasjes ook als katalysator voor de decompositie van de brandstof...?

De meest populaire Jetex-50 motor heeft in de loop van de tijd meerdere wijzigingen ondergaan, om bij te blijven met nieuwe ontwikkelingen.

Aanbrengen van het pellet (2 stuks) in de Jetex motor.
Aanbrengen van de spiraalsgewijs opgerolde lont.

Hierboven: aanbrengen van het gaasje in de Jetex motor om het lont op de pellet te drukken.
Aanbrengen van de afdichtingsring in de uitlaat.

Hierboven: aanbrengen van de deksel/uitlaat met afdichtingsring en springveer op de Jetex behuizing. Het lontje voor of door de uitlaatopening aanbrengen.
Het sluiten van de deksel/Uitlaat en het spannen van de veer.

Hier is goed de springveer te zien, waarmee het dekseltje met uitlaatje op de Jetex casing is vastgezet. Rechts een motorbootje met de Jetex aandrijving.
Behalve voor vrijvliegende zwevers en bootjes werden de motortjes ook in autootjes gebruikt.

Pictures from video v12jagster. Thanks!